Onverwacht juweeltje
april 15, 2019Passie Adelt!
april 15, 2019Flopflopflopflopflop… na 3 dagen kamperen herken ik dit geluid uit duizenden. Het is zoonlief die immerhollend aan komt klepperen op zijn slippers. Zijn tweede jaar op de camping in zijn tienjarig leven. Van mij trouwens ook, ware het niet dat ik 42 ben (geworden) om dat te kunnen zeggen.
Een hele ervaring, een hele andere wereld. Of toch niet? Elke ochtend het bergje op met de handdoek onder de arm, op weg naar het toiletgebouw. Elke avond het bergje op met de afwasteil en het afdruiprek, op weg naar het afwasgebouw. Tijdens een week kamperen wordt duidelijk hoe elk gezin, of specifieker gezegd, elke tent, dezelfde rituelen heeft. Dezelfde mensen op hetzelfde tochtje. Heen en terug. Ochtend en avond. Soms met plu (deze kans is groter in Bretagne en Sauerland, dat zeg ik er gelijk ervaringswijs bij). En als je het echt niet meer kunt ophouden tot daglicht (niet onwaarschijnlijk met al dat stromend water), met plu ’s nachts :-).
Ik geef toe, het heeft charme. Charme om naar je gevoel in de buitenlucht te slapen, ook al is dat onder een tentzeil (en het slaapt heerlijk!). Charme om te ervaren dat je onder je eigen dekbed in een tent (zonder verwarming) ook warm blijft. Charme om een meisje voor de wc deur tegen haar moeder achter de deur te horen praten, waarbij je moeder vriendelijk edoch enigszins vermoeid hoort verzuchten om haar even 2 minuutjes met rust te laten….. Charme om dezelfde handdoeken meerdere dagen kletsnat op wasrekjes te zien hangen omdat de regen het deze week (helaas) wint van de zon. Het heeft ook charme om je te realiseren dat we allemaal hetzelfde uitzicht hebben op dat prachtige meer dat voor de camping ligt. Om iemand met een poepkoffer te zien lopen (al grijnzend denkend aan het poepverhaal van Youp van 't Hek). Om op een handdoek aan het meer erachter te komen dat je over-tentvrouw een vakgenote is. Het is een feit: door alle overeenkomstige uitzichten, wasgebouwtripjes, weersverwachtingen en -omstandigheden, kampeerspullen: kamperen verbroederd.
Het motto van deze vakantieweek blijkt: kamperen verzusterd. Want op dit stukje camping met 15 alleenstaande oudertenten bevinden zich deze vakantieweek 14 moeders met hun schare aan kinderen. De enige overgebleven (lege) tent bij algehele uitpak en installatie blijkt die van een vader, die het niet aandurfde om op een kippencamping overkakeld te worden door 14 alleenstaande moeders. Dacht hij. Want de aanvoerder van het locatieteam is een 38-jarige Rotterdammer die samen met zijn team en ons tentbewoners de week van zijn leven lijkt te hebben.
Niks geen vrouwengedoe, nageltjesgepiep of regengezeur. De aanwezige moeders blijken pittige tantes die tegelijkertijd hun vrouwtje & mannetje staan. Er worden kilometers gereden naar de vakantiebestemming, (vrouwen)autootjes volgeladen met kids en spullen. Op de bestemming aangekomen wordt gelijk druk uitgepakt en geïnstalleerd. Een mierenhoop aan activiteit. Daadkracht, actie.
En al snel ontstaat er een soort tijdelijk dagelijks ritme waarin wordt geregeld, gekletst, gekanood. Thee gedronken, gezwommen en gekookt. Claustrofobie overwonnen voor die mooie druipsteengrot waar dochterlief graag in wil. De tent wordt leeggedweild, een extra watercheckronde wordt nachtelijk uitgevoerd. Mega (!) torren worden zonder pardon (en zonder gegil) uit de tent verwijderd.
Het op het allerlaatste moment ingegeven idee van reserveautosleutel meenemen blijkt vooruitziend als zoonlief op de derde vakantieavond de achterklep van de auto met ‘iets sleutelachtigs’ op de hoedenplank dichtgooit. ‘Oeps. Sorry mam.’ ‘Geeft niet boef, komt goed,’ kan ik hem in alle rust en waarheid antwoorden. Waarbij het scenario van iemand (ja wie?) op weg naar Sauerland om ‘even’ de autosleutel te komen brengen toch door mijn hoofd flitst en gelijk glimlachend wordt gepareerd. En als stoer hoogtepunt snoert een aantal moeders (ja, zelfs ik :-)) zich vast in een trapeze om klauterend over een touwenparcours de laatste hindernis al gillend hangend aan een katrol naar beneden te suizen. Tot grote hilariteit (en verborgen trots) van alle aanwezige zoon- en dochterliefs. Het is girlpower deze week. En kidsweek….want man oh man….wat genieten ze samen. De hele dag buiten. Vroeg op, laat naar bed. Continu bezig met sportieve en creatieve activiteiten. Filmpjes worden geproduceerd op IPods. Kamperen verkinderd. Regen of geen regen.
Na een week kids- en mamafun blijkt onze materiële volksverhuizing nog steeds in de auto te passen. Sterker, er is nog meer ruimte over dan op de heenreis (tip: dekbedden onderop ;-), handiger voor het zicht met de achteruitkijkspiegel). De les van deze vakantie: volgende keer de helft van de kleren en 4 paar (ongedragen) schoenen thuislaten. Daar mag ik dan nog wel wat mannelijker in worden, vooruit. Zoonlief zit sip naast me, hij wil niet naar huis. Het was weer de leukste vakantie van zijn leven. Het maakt me blijblijblij. Want daar doe je het (ook) voor…!
Terug in het Boxtelse, shoppen bij good old Appie. Omschakelen naar een ander ritme; de orde van de niet-vakantiedag. ‘Niet op zoek gaan naar lekkers in de schappen, dat mag alleen tijdens vakantie,’ zeg ik vermanend tegen mezelf (denkend aan m’n weegschaal die het verhaal van onze vakantie echt fantastisch vond). En naast me hoor ik een dame, bezig met vakken vullen, met een stralend gezicht tegen haar collega zeggen: ‘nog 1 uur en 8 weken en dan heb ik vakantie.’ Ik grijns….om haar blije vakantievooruitzicht dat toch nog even op zich laat wachten. En gelijk zie en hoor ik zoonlief weer de berg op en af klepperen. Ondanks het feit dat het als éénouder soms best aanpoten is sluit ik me volledig bij hem aan: vakantie is zo slecht nog niet!